Talig De d-tjes en de t-tjes, dat leer je snel als allochtoon, staan symbool voor het zelfrespect der Nederlandse taal. De scheidslijn tussen volkse praat en gecultiveerde grammatica kun je elke dag in de geschreven pers ontwaren. Als taalverliefde oefen ik mij geduldig in het alomvattende gebruik van een vreemde taal, maar meer nog in de wetmatigheden van de beelden die tussen woorden huizen. Bij de minste, nee geringste twijfel of een welgemeende hint over spelling of vervoeging raadpleeg ik een papieren boek of (sneller !) internet. In het doolhof van encyclopedieën met een groene of een witte kaft zoek ik mijn weg in regels met veranderlijke logica die ook een autochtoon soms sprakeloos laat worden. De penseelstreken van de beelden echter worden door mijn eigen geest gemaakt. Op mijn kleurpalet meng ik oude woorden met nieuwe wendingen tot nuances van betekenis. Ik zal de puzzel van de d-tjes en de t-tjes toch wel leren leggen, denk je niet? (Uit IJslichaam)