27 april 2014
Geachte meester de advocaat,
ik kom bij u met een eenvoudig verzoek.
Ik vraag aan u om een brief aan een rechtbank te sturen. Misschien kan ik die brief ook zelf wel schrijven, en u kijkt er nog even overheen, met uw scherpe vakverstand. Zo werkten uw jonge collegae bij de verzekering ook.
Oh, hoe ik bij die jonge collegae bij de verzekering kwam, vraagt u?
Ja, dat is een lang verhaal.Terug naar die brief. Ik denk niet dat die lang moet zijn. Er moet alleen in staan dat ik een integer mens ben, en dat de rechter dat aan iedereen in mijn kring kan vragen. Aan iedereen. Hij zal niemand treffen die dat ontkent.
O, zo werkt een rechter niet, zegt u? Die doet het niet als PowNed? Die leest stukken? Nu ja, met stukken kan ik u dienen. Ik heb eindeloos veel stukken.
Hoe dat zo komt, vraagt u?
Dat is een lang verhaal.Weer terug naar die brief. Ja, ik ben integer, en misschien meer dan de rechter kan bevatten. Nee ik bedoel niet de rechter aan wie ik u vraag deze brief te schrijven. Ik bedoel de rechter van het vonnis dat ik u heb toegestuurd. Ja, over integriteit gesproken, die was het nou net niet, integer. Ik dacht zo bij mijzelf: hoe moet je iets bij een ander herkennen dat je zelf niet bent? Of misschien was die rechter zo in de war van mij dat hij dat vonnis zo…..
Hoe dat zo komt dat mensen van mij in de war raken, vraagt u? Ja, dat is een goede vraag, ondubbelzinnig. Dat komt omdat ik een bijzonder talent heb. Dat weet ik sinds een tijd. Dat aan u uit te leggen is een lang verhaal, te lang om nu te vertellen.
Ik dwaal al weer af.De brief dus. Ja, over integriteit moet die gaan, of liever gezegd over goede bedoelingen. En dan komt het vanzelf dat er ook over slechte bedoelingen gesproken moet worden. Ja, ik had het goede voor. Voor het eerst in mijn leven had ik het goede met mijzelf voor. Geheel en al integer, dat wel, om u op het juiste spoor te houden. En dat was een nieuwigheid voor mij, Want ja, hoe houd je vast aan je goede bedoelingen als anderen het slecht met je bedoelen? Dat is zo iets waar ik geen kaas van had gegeten, en ik had eindeloos veel steun- en stutwerk van anderen nodig om niet om te vallen.
O, neemt u mij niet kwalijk, dat is geen advocatentaal.
Maar goed, daar gaat dat hele geval over. En dat was waar die rechter zijn neus voor ophaalde.Nu kom ik op iets dat ik misschien maar beter niet kan zeggen. Ik kom eigenlijk bij u om te voorkomen dat ik tot moordenares word. Op die rechter ben ik zo buitengerechtelijk kwaad, zo explosief kokend witgloeiend buitenaards kwaad, omdat die mij openlijk een leugenares heeft genoemd en aan de schandpaal heeft genageld. In de naam van de koning heeft hij op papier gezet dat ik…..de koning zou de mond van die rechter moeten verschroeien. Wat doen vorsten in andere culturen als dorpsoudsten liegen, zich laten omkopen en hun eigenbelang najagen?
Maar ik heb moeten leren dat het in onze contreien niet zo werkt. Het werkt zo dat ik netjes volgens de regels door een bevoegde deskundige moet laten opschrijven dat de rechter toch in zijn grote wijsheid het een en ander over het hoofd heeft gezien, oververmoeid als hij was. Vandaar dat ik bij u kom. Ik wil niet tot moordenares worden, en ik wil ook niet tot het ultieme middel moeten grijpen dat het lot van een andere klokkenluider was. U leest de krant, toch?Ja, het is een lang en indringend verhaal. Het gaat over mijn leven. Dat is heel wat, het hoogste goed dat ik heb.
Ik kruip even in uw huid, meester de advocaat. U kunt dit oordeel met uw vakverstand lezen. U leest misschien niet dat de rechter mij voor zieke bedriegster heeft uitgemaakt. U leest zinnen over rechtmatigheid en nalatigheid. En u kijkt of dit alles goed afgewogen was.
Zo kom ik op mijn laatste punt, wat die brief betreft. Toen ik aan de telefoon een afspraak met u maakte zei u dat het een ingewikkelde zaak was. Ik was zeer verbaasd over uw geheugen, want het gesprek dat wij eerder hadden gevoerd was al een hele tijd geleden geweest. De zaak is er sindsdien niet eenvoudiger op geworden, allesbehalve. Oorzaak en gevolg.
Als u die brief schrijft, zult u dus in de materie moeten duiken.
Ik, meester de advocaat, kan u daarbij maar beperkt helpen. Een dikke stapel papieren met wapenfeiten kan ik u geven, en een paar sappige verhalen kan ik u vertellen. Dan trek ik mij stil terug. Ik kan niet meer strijden, anders ga ik voor de bijl.Een eenvoudige brief, dat is wat ik van u vraag, en dat u mij bij het opstellen hiervan spaart.
Die jongens en meisjes van de verzekering hebben mij voor die brief een zakje met munten moeten geven, rinkel de kinkel, zo is het geregeld.
Meester de advocaat, lukt u dat zo?Ik wens u wijsheid toe.
Mw.AVanderLucht