Bij een bezoek aan Naëma
Bij een bezoek aan Naëma
Roerloos ligt het
aan de overkant,
verscholen tussen
het bruine riet,
een bootje
van vergane glorie.
Alleen de blauwe kabel,
strak gespannen
over de brede sloot,
verraadt
een ander verhaal.
Verrast
zoeken onze ogenparen
elkaar op.
Durven wij de oversteek
met dit lome
middeleeuwse gevaarte aan,
onze passie
voor snelle motoren
indachtig?
Door hand over hand
achter hand op het koord
glijdt de schuit majesteitelijk
over het stille water
van de verre rietkraag
naar onze oever.
Wie durft de eerste stap
de diepte in te zetten?
Nog is het eerste voetenpaar
niet geland
of het andere
zal moeten volgen,
scheef als de schuit
meteen ligt.
Onze ogenparen
volgen onze voetenparen
en elkaar.
Hand over hand
achter hand op de blauwe kabel
laten wij de bemenste schuit
over de brede sloot
glijden.
Onwennige behoedzaamheid
kruist
balancerende magie
in de luttele seconden
op het eindeloze water.
In onze cadans
staat de tijd stil.
In de rietkraag
aan de overkant
neemt ons
de serene oever
in ontvangst.
Gelouterd betreden wij
tastend
de wal.
Wij hebben de overtocht
samen
gered.
Beluister het gedicht,
gelezen door mw.AVanderLucht zelf
29 april 2023